Dertig jaar na de Islamitische Revolutie worden in Iran nog steeds op grote schaal mensenrechten geschonden. Straffeloosheid, willekeurige arrestaties, marteling en de doodstraf blijven aan de orde van de dag.
Dat meldt Amnesty International in een nieuw rapport over de situatie in de Islamitische Republiek. Iran herdenkt in de week naar 10 februari 2009, dat dertig jaar geleden ayatollah Ruhollah Khomeini uit ballingschap terugkeerde en de Islamitische Revolutie tegen het bewind van de laatste sjah van het land leidde.
(23 juli 2014) Plaatselijke bronnen meldden dat agenten van het Iraanse regime een inval hebben gedaan in de woning van de vader van Shirin Alamholi in de stad Maku. Shirin, een Koerdische politieke gevangene, is op 9 mei 2010 bij het aanbreken van de dag in de beruchte Evan gevangenis in Teheran geëxecuteerd, tezamen met andere politieke gevangenen, zoals Farzad Kamangar, Ali Heidarian, Farhad Vakili evenals Mehdi Islamiyan. De agenten doorzochten haar vaders woning onder de bedreiging dat er absoluut geen foto’s of verhalen van zijn dochter in welke media dan ook mogen verschijnen. Zij dreigden ermee dat zijn woning in beslag zal worden genomen, indien er iets wordt gepubliceerd in de Koerdische media. Hierbij dient te worden vermeld, dat haar moeder, zusje, neven en nichten op de ‘verjaadag”van Shirins executie allen zijn gearresteerd door veiligheidsbeambten. Zij zijn allemaal op borgtocht vrijgelaten.
(23 juli 2014)Handlangers van het Iraanse regime hebben vorige zondag en maandag minstens 10 gevangenen opgehangen, onder wie 4 vrouwen. Het verslag uit Iran zegt dat er op zondag een groep van 4 mannen en 4 vrouwen is opgehangen in de hoofdgevangenis in de stad Birjand (Oost-Iran). Nog twee andere gevangenen zijn in dezelfde gevangenis op maandag opghangen. Alle gevangenen waren gearresteerd op basis van drugsgerelateerde beschuldigingen. In de laatste 12 maanden van Hassan Rouhani’s ‘gematigde presidentschap zijn er naar schatting 800 gevangenen ter dood gebracht, van wie velen in het openbaar.
(20 juli 2014) Veilgheidsagenten hebben het huis van een Bahá'í inwoner genaamd Rashin Saberi in de stad Tabriz (noorden) doorzocht en hebben haar ontboden om ondervraagd te worden op zondag 13 juli 2014.
Veiligheidsagenten zijn haar huis binnengekomen vermomd als postbode en
nadat zij haar woonplek hadden doorzocht, hebben zij beslag gelegd op haar religieuze boeken, enkele
juwelen, gebedenboeken en laptop.
De agenten gaven haar hierbij papieren waarin zij gesommeerd werd om dinsdag op het bureau van de
Inlichtingendienst te verschijnen.