SVMV

Op 23 oktober jl. heeft het Iraanse regime een nieuwe misdaad begaan in schending van mensenrechten. IN de gevangenis van Sari in provincie Mazandaran, Noord Iran, de hand van een gevangene wegens diefstal afgehakt. In een reactie heeft Amnesty International op 24 oktober jl. deze misdaad sterk veroordeeld.

De adjunct directeur van de Midden-Oosten en Noord Afrika afdeling van Amnesty International, Saleh Higazi zei: “Door deze ongelofelijk wrede straf uit te voeren, hebben de Iraanse autoriteiten zich schuldig gemaakt aan marteling die een misdrijf is volgens het internationale recht. Als partij bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, en ook volgens het internationale gewoonterecht, is Iran wettelijk verplicht om marteling in alle gevallen en zonder uitzondering te verbieden.”  Het is een weerzinwekkende vorm van marteling, zei Saleh Higazi.

We maken ons ook zorgen over de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran die zich in vele vormen manifesteert. Terwijl de corruptie in Iran hoogtij viert en de leden van het regime astronomische bedragen verdonkeremanen en de ene na de andere corruptiezaak aan het licht komt, worden mensen die door armoede en corruptie, niet zelden, hogerlijden en noodgedwongen zich schuldig maken aan diefstal en andere soorten criminaliteit, hard en onmenselijk aangepakt door het regime.  Wij vragen een ieder die dit leest zich uitspreek tegen zulke wrede straffen en tegen een regime dat hier de verantwoordelijkheid voor draagt.