SVMV

In het jaarlijkse rapport van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS over godsdienstvrijheid dat maandag is gepubliceerd, staat Iran onder Islamitisch bestuur vermeld als een van de “landen die ons met bijzondere zorg vervullen”, waar strenge beperkingen gelden voor mensen die overtuigingen hebben “die niet overeenstemmen met de religie die de staat aanbeveelt”. “De regering heeft minstens 27 personen ter dood gebracht op beschuldiging van oorlog voeren tegen god, volgens betrouwbare rapporten van NGO’s. Autoriteiten in de Zaehedan gevangenis in Sistan-Baluchistan hebben, volgens mensenrechtgroeperingen, een groep gevangenen geëxecuteerd van wie er acht beschuldigd zijn van moharebeh, oorlogsvoering tegen god. “Op 26 oktober hebben functionarissen ook de Koerdische politieke gevangenen Habibollah Golparipour en Reza Esmaili resp. in de Uremia gevangenis en in de Salmas gevangenis geëxecuteerd op beschuldiging van onder meer oorlogsvoering tegen god, aldus mensenrechtgroeperingen” Het rapport besteedde speciale aandacht aan de zaak van geestelijke Saeed Abedini, die in september 2012 werd aangehouden en in januari veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf “op beschuldigingen die verband houden met zijn geloofsovertuiging”.

“Functionarissen in de Evan gevangenis onderwierpen Abedine, naar verluidt, aan fysieke en psychologische mishandeling tijdens zijn detentie en weigerden hem herhaaldelijk medische behandeling en toegang tot een raadsman.” “Op 3 november brachten de autoriteiten Abedini over naar de Rajai Shahr gevangenis, die de reputatie heeft overbevolkt te zijn, waar zij hem met onvoldoende medische zorg, geplaatst hebben op een afdeling die bekend staat omdat er plegers van ernstig geweld zitten. Naar verluidt zat Abedini in de Rajai Shahr gevangenis aan het eind van het jaar.” Het rapport meldde ook “de regering heeft geregeld bahá'ís tegengehouden, als zij het land uit wilden, heeft hen gesard en vervolgd en over het algemeen hun eigendomsrechten genegeerd.” Het rapport over 2013 veroordeelde de onderdrukking van gemeenschappen van zowel Soennieten als Soefies in Iran. Het rapport heeft de laksheid van de regering met betrekking tot de vervolging scherp bekritiseerd met de bewering dat “de regering in gebreke is gebleven betreffende het ondernemen van voldoende actie rond de voortdurende discriminatie, beperkingen en aanvallendie af en toe gericht worden tegen religieuze minderheden. De autoriteiten slaagden er ook constant niet in om misdaden te onderzoeken die begaan werden tegen leden van religieuze minderheidsgroeperingen en tegen hun eigendom, waaronder religieuze locaties en begraafplaatsen.